Brandspuit Wassenaar (Belderspuit)

Model van de Belderspuit, schaal 1 : 8

naar een tekening van F. Zwartjes uit Wassenaar.

In 1880 werd door de gemeente Wassenaar Fl. 2.470,= ter beschikking gesteld voor de aanschaf van twee grote handspuiten. De spuiten werden geleverd door de Firma H. Belder, brandspuitenfabrikant te Amsterdam. Dit waren tevens de laatste handbrandspuiten die door de gemeente Wassenaar werden aangekocht.

De spuiten werden gebruikt als combinatie van aanjager en blusser. Ze waren vermoedelijk geplaatst op grote karren, door mankracht getrokken.

Op 24 november 1893 werd de leverancier Belder gevraagd om de mogelijkheid te bekijken om voor de spuiten een wagen te maken, waar paarden voor gespannen konden worden*. Het college besloot in hetzelfde jaar de beide spuiten om te laten bouwen. In februari 1894 werd door de firma Belder de eerste omgebouwde, door paarden getrokken spuit, aan het Wassenaarse brandweerkorps afgeleverd. De spuit bood plaats aan 6 personen: twee man op de bok, twee man voor en twee man achter op de spuit. Tijdens het proefrijden bleek al snel, dat de twee personen op de voorzijde van de spuit bij het maken van een scherpe bocht klem kwamen te zitten. Het resultaat van de ombouw door Belder werd dan ook door het college volstrekt onvoldoende bevonden en men besloot om de tweede spuit niet meer door deze firma te laten ombouwen.

Wagenmaker G.H.Broekman uit Amsterdam kreeg lucht van dit fiasco en bood op eigen initiatief zijn diensten aan. Hij stelde het college voor om voor 100 gulden een zes- persoonswagen te maken en bovendien de mislukte versie van Belder voor 65 gulden te verbouwen. Op 30 april 1894 werd de opdracht verleend aan de firma Broekman. Deze spuit, genummerd 1, heeft vanaf november 1921 na de eerste aankoop van gemotoriseerd materiaal nog tot 1938 dienst gedaan in Wassenaar Zuid, terwijl “nummer 2” vanaf toen buiten dienst gezet werd. De eerste spuit is volledig gerestaureerd en in bezit van de SHB in Den Haag. Deze tweede spuit is ook bewaard gebleven en staat in het brandweermuseum Wassenaar.

Technische gegevens:

  • Bouwjaar: 1880
  • Leverancier: Firma H.Belder, Amsterdam / G.H. Broekman, Amsterdam
  • Gemeente: Wassenaar
  • Pomp: 2 plunjerpompen
  • Capaciteit: 200 liter per minuut
  • Voortbeweging: Paardentractie, 1 paard per spuit
  • Bemanning: 6 man.

De spuiten beschikken over een kniksysteem, waarbij op de bok een spie uit een oog werd getrokken en het achterste gedeelte met de pomp kantelde, waardoor de pomp er af geschoven kon worden. Het paard diende als tegengewicht, zodat niet het gehele gevaarte achterover helde. Nadat de pomp van de wagen was geschoven, werd de kar door het paard naar een “parkeerplaats”gebracht. Achter de wagen met de pomp zit ook nog een haspelwagen om slangen over grotere lengte uit te kunnen rollen (aanjager-blusser). De blusser was voorzien van een grote zinken bak waarin het water van de aanjager gepompt werd. De hefbomen voor de pompbedienden zijn uitschuifbaar, zodat er zeker 8 man tegelijk aan konden pompen.

*= Dit was omdat de gemeente wassenaar een heel groot oppervlak had. Delen van wat nu Den Haag is waren van Wassenaar. Men wilde sneller ter plaatse zijn.

De beide pompen hebben tijdens de 2e wereldoorlog nog als reserve materiaal dienst gedaan op diverse plaatsen in het dorp.